Kengetallen financiële positie

Jaarlijks neemt de gemeente de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen op. De in deze paragraaf opgenomen kengetallen zijn gebaseerd op de werkelijkheid en de geprognosticeerde balans en gaan uit van ongewijzigd beleid. De combinatie van de kengetallen en de geprognosticeerde balans zijn een indicatie voor de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente in de komende jaren.

Verloop van de cijfers

Kengetallen

rekening 2016

rekening 2017

begroting 2017

netto schuldquote

65,50%

70,90%

71,88%

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

58,50%

64,50%

70,21%

solvabiliteitsratio

31,90%

31,80%

25,96%

grondexploitatie

16,40%

14,74%

17,18%

structurele exploitatieruimte

1,35%

0,94%

0,08%

belastingcapaciteit

98,08%

102,00%

95,18%

EMU-saldo (in € 1.000)

-821

-4.333

3.171

Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.
De netto schuldquote is toegenomen ten opzichte van 2016, maar bevind zich wel in risicocategorie A. Voor een verdere toelichting van het verloop van de schulden wordt verwezen naar de paragraaf Financiering. Hoe lager dit percentage hoe beter.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om een goed beeld te krijgen van de verstrekte leningen aan derden dient de netto schuldquote hiervoor te worden gecorrigeerd. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In Maassluis betreft dit eigenlijk maar één lening die verstrekt is aan de woningbouwcorporatie Maasdelta. Hoe lager dit percentage hoe beter.

Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen en in hoeverre de gemeente aan de financiële verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteitsratio van de gemeente Maassluis neemt toe. De toename van de solvabiliteit komt door een lagere schuldenlast.
Hoe hoger dit percentage hoe beter.

Grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
Hoe lager dit percentage hoe beter. Maassluis valt in categorie A (minste risico). Het percentage ligt lager ten opzichte van de begroting, omdat er door een BBV wijziging niet alle projecten meer onder bouwgronden in exploitatie worden verantwoord op de balans.

Structurele exploitatieruimte

Het kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de gemeente gedekt zijn door structurele baten. Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt en dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Een negatief percentage betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. Het kengetal drukt daarmee niet uit of sprake is van een begrotingstekort of -overschot. Hoe hoger dit percentage hoe beter. Maassluis heeft voor de komende jaren een structureel sluitende begroting; alle structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. De exploitatieruimte is afgenomen ten opzichte van 2016.

Belastingcapaciteit

Lage woonlasten dragen bij aan een prettig woon- en investeringsklimaat. De ambitie van de gemeente is om bij de 50% goedkoopste gemeenten te behoren (relatief getal). Het kengetal belastingcapaciteit geeft weer hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten (absoluut getal). Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Hoe lager dit percentage hoe beter. Maassluis heeft met een percentage van 102% net iets hogere woonlasten dan het gemiddelde. Relatief gezien behoort de gemeente tot de 50% goedkoopste gemeenten, absoluut gezien zijn de woonlasten iets hoger dan het landelijke gemiddelde.

EMU-saldo

Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Het EMU-saldo van de gemeente Maassluis voor 2017 komt uit op € 4,3 mln. negatief. Het betekent dat in EMU-termen de uitgaven € 4,3 mln. hoger zijn dan de inkomsten.
In de jaren tot en met 2015 werden er een individuele referentiewaarden voor lagere overheidslagen van het EMU-tekort vastgesteld. Sinds 2016 word de macronorm niet meer verdeeld over de decentrale overheidslagen.

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen

Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest en categorie B is neutraal.

Kengetallen

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Maassluis 2017

netto schuldquote

<90%

90%-130%

>130%

A

netto schuldquote gecorrigeerd

<90%

90%-130%

>130%

A

solvabiliteitsratio

>50%

20%-50%

<20%

B

grondexploitatie

<20%

20%-35%

>35%

A

structurele exploitatieruimte begroting

>0%

0%

<0%

B

belastingcapaciteit

<95%

95%-105%

>105%

B

Toelichting onderling verhouding kengetallen

De financiële positie van Maassluis bevindt zich voor de helft in categorie A (het minst risicovol). De overige ratio's bevinden zich in categorie B. Er behoren geen ratio's tot categorie C (de meest risicovolle). Maassluis zet bestemmingsreserves in voor de realisatie van het afgesproken beleid. De kwaliteit van de stad verbetert hierdoor. De solvabiliteit van de gemeente neemt iets toe, als gevolg van een lagere schuldenlast, maar dit blijft binnen aanvaardbare grenzen.

Aanvullende kengetallen

Vanaf de begroting 2015 zijn - vooruitlopend op de resultaten van de Commissie Depla - reeds enkele kengetallen opgenomen in de financiële begroting en in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze kengetallen zijn, als aanvulling op de verplichte cijfers, tevens opgenomen in dit onderstaande overzicht.

Kengetallen

2016

2017

totaal lasten exploitatie

95

88

weerstandscapaciteit

23,2

22,6

weerstandscapaciteit in % totale lasten

25%

26%