Beheer en duurzaamheid

Mutaties naar aanleiding van jaarrekening 2016

Mutaties Bestuursrapportage I januari - april 2017

Mutaties Bestuursrapportage II mei - augustus 2017

Mutaties Eindejaarsbericht september - november 2017

Een aantal geraamde projecten met dekking vanuit de exploitatie wegen moeten in verband met de nieuwe regelgeving voor maatschappelijke vaste activa, geactiveerd worden. Hierdoor ontstaat een overschot op groot onderhoud en rehabilitatie wegen. Vooralsnog brengen we dat overschot over naar de reserve. In 2018 volgt een update van het beheerplan om de gewijzigde regelgeving in de begroting te verwerken. Daarnaast zijn enkele onderhoudsprojecten in uitvoering welke nog doorlopen in 2018. Ook dat bedrag storten we in de reserve (in totaal 717 V). Op het gebied van leges voor straatwerk en graafwerk is gebruik gemaakt van een nieuw digitaal systeem. Hierdoor zijn extra inkomsten gerealiseerd (95 V). Ook dit bedrag wordt voorlopig in de reserve gestort, aangezien dit een fictieve vergoeding betreft voor toekomstige degeneratie van de wegkwaliteit. Verder zijn er enkele kleine overschrijdingen waaronder bij de te betalen precario en erfpachten en bij de (huisvestings)lasten van het wagenpark (totaal 49 N).

Bovenstaande zaken zorgen voor een grotere storting in de reserve wegen.

Vanwege het feit dat de meeste grote verkeerslicht installaties onlangs zijn vervangen, is er een overschot op de exploitatie van de VRI's (21 V). Daarnaast is er een fors overschot op onderhoud van de openbare verlichting (162 V). Verder is de voorziening bewegwijzering in 2017 opgeheven en vrijgevallen, waardoor er een overschot is ontstaan (12 V).

Vanwege hogere onderhoudskosten aan het machinepark en de zoutopslaglocatie is hier een kleine overschrijding ontstaan.

Het papierprikken, dat uitbesteed is aan Stroomopwaarts, laat een voordeel zien (40 V), terwijl onkruidbestrijding op de verhardingen juist iets duurder was dan geraamd (26 N). Daarnaast vorderen we veel schoonmaakkosten van de wegen terug van de vervuilers, wat tot een voordeel heeft geleid (22 V). Verder was er een voordeel op de bestrijding van hondenoverlast door de beperkte inzet van de poepzuiger (18 V). Het wagen- en machinepark viel duurder uit (27 N) vanwege de inhuur van een extra veegmachine gedurende enkele maanden.

Aan het onderhoud aan de vaste en beweegbare bruggen en de tunnels is in 2017 minder uitgegeven dan begroot (44 V). Grotendeels zal dit in 2018 uitgevoerd worden. Het verschil wordt in de reserve onderhoud bruggen gestort. Verder bleven de inkomsten van bruggeld achter (9 N).

Het overschot op onderhoud wordt in de reserve onderhoud bruggen gestort.

Vanwege het uitstellen van enkele kademuur-projecten en de lange doorloop van projecten die reeds in uitvoering zijn, is er een voordeel op de kapitaallasten (93 V). Daarnaast is er sprake van een overschot op onderhoudskosten welke met de reserve onderhoud kademuren verrekend wordt (61 V). Verder is er een nadeel omdat de inkomsten aan havengeld achterblijven bij de ramingen (15 N) en nog wat kleine voordelige verschillen.

Het overschot op onderhoud wordt in de reserve onderhoud kademuren gestort.

Er is een overschrijding door ambtelijke inzet (44 N) op huisvesting wat toegerekend wordt aan groenvoorziening, en incidentele opbrengsten van verkoop van overbodig materieel (61 V). Daarnaast is er extra inhuur externen geweest voor Groen en Bomen (139 N) deels gecompenseerd door minder interne uren. Daarnaast was er weer een overschrijding op onderhoud Groen (103 N). Deze wordt met de organisatieontwikkeling die op dit moment plaatsvindt, aangepakt. Verder waren er nog een aantal kleine verschillen (8 N).

Het tekort op openlucht recreatie wordt voornamelijk veroorzaakt door achterblijvende inkomsten op de pleziervaart haven. Deze worden veroorzaakt door een lagere dekkingsgraad dan geraamd. Wellicht komt dit doordat de voorzieningen (nog) niet optimaal zijn. In de loop van 2017 zijn acties ondernomen om de passantensteiger onder de aandacht te brengen bij de jachteigenaren. Wanneer de sanitaire voorziening in de Groote Kerk is gerealiseerd, is het probleem van de achterblijvende voorzieningen opgelost.

Op speelgelegenheden is een kleine overschrijding ontstaan in verband met inhuur in het kader van het actieplan spelen en voor de huur van sanitair bij Avonturis. Daarnaast is minder uitgegeven aan projectmatig onderhoud.

Omdat rioolprojecten vaak doorlopen over de jaren heen en er soms projecten wat uitlopen worden er minder kapitaallasten gerealiseerd dan verwacht (82 V). Daarnaast is een deel van de vrijval uit de voorziening debiteuren (13 V) toegerekend aan de rioleringsheffing. Op cyclisch- en storingsonderhoud, inclusief aanschaf van goederen en diensten, is meer uitgegeven dan geraamd (35 N).

Het voordelige verschil op de kapitaallasten leidt tot een hogere storting in de voorziening riolering.

Het grootste verschil bij het inzamelen van het huisvuil wordt veroorzaakt door drie zaken: Er zijn meer ambtelijke uren geschreven (158 N), de kosten voor afvoeren en storten een flink stuk hoger dan geraamd (175 N) en de kosten voor het wagenpark waren flink hoger (89 N) vanwege extra inhuur van een vuilniswagen en hogere onderhouds- en huisvestingslasten. Dit werd deels genivelleerd door lagere lasten voor onderhoud (39 V) en een voordeel op de papierinzameling (28 V). Daarnaast zijn meer inkomsten ontvangen van de afvalstoffen heffing (18 V) en van Nedvang (70 V) en waren de invorderingskosten lager dan verwacht in verband met een vrijval uit de voorziening debiteuren (30 V). Tenslotte waren de kosten voor de organisatieontwikkeling bij stadsbedrijf lager dan geraamd (57 V) en waren er nog wat kleine voordelige verschillen (6 V).

Al deze zaken hebben geleid tot een hogere onttrekking aan de reserve Reiniging.

Er is meer personeel ingeleend (18 N) om het werk uit te voeren. Verder waren er hogere stortkosten (8 N) maar hoefde er minder onderhoudswerk uitgevoerd te worden (14 V)

Er is in 2017 incidenteel meer uitgegeven dan geraamd, bijvoorbeeld als gevolg van de (langere) beleidsvoorbereiding van de duurzaamheidsvisie en andere duurzaamheidsmaatregelen. Tevens zijn er kosten gemaakt voor de verplichte EU geluidsbelasting-kaarten. Bij het duurzaamheidscentrum liggen de kosten wat lager dan geraamd. Per saldo is er sprake van een (incidenteel) nadeel.

Op de begraafplaatsen en de aula zijn meer apparaatslasten geschreven dan gepland (87 N). Daarnaast is een klein bedrag extra aan opbrengsten gerealiseerd, voornamelijk door het succes van de aula (23 V). Ook waren er nog enkele kleine overschrijdingen bij onderhoud en aanschaf goederen.

Er zijn in dit programma meer apparaatslasten verantwoord dan geraamd (exclusief de apparaatslasten binnen de kostendekkende exploitaties van de reiniging, de riolering en de begraafplaats; daar zijn de apparaatslasten meegenomen in de afwijkingen van de betreffende producten).